top of page

De geschiedenis van Noyant d’Allier: van Paardenstaart tot Pagode

Bijgewerkt op: 1 apr 2023


ree

Ruim driehonderdmiljoen jaar geleden, in het Carboon, was het klimaat op de plaats van Noyant d’Allier nat en warm. Zeer lokaal bevond zich er een bos prehistorische Paardenstaart bomen (Calamites) die wel 30 meter hoog konden worden. We vinden de plant (Heermoes) daar nog steeds, maar dan is deze niet groter dan 10 a 20 centimeter. De tijd verstreek en de Paardenstaarten werden steenkool. Maar ruim voor dat er een steenkoolmijn verrees was er al bewoning in de buurt van de Côtes Matras, nu het hoogste punt binnen de gemeente Noyant d’Alier. Daarvan getuigen een gevonden werkbank in de steengroeve van Meillers die werd gebruikt voor de vervaardiging van pijlen en gereedschappen en een gevonden beeldje van een Mammoet.


Vanaf 1000 jaar voor Chr. vermengden Keltische stammen vanuit het huidige Zwitserland en Zuid-Duitsland met de oorspronkelijke bewoners. Zij zouden bekend worden als Galliërs.

Vanaf ongeveer 50 jaar voor het begin van onze jaartelling hebben de Romeinen hun stempel gedrukt op de ontwikkelingen. In het begin van die tijd was Midden Frankrijk het toneel van de veldslagen tussen Julius Caesar en de Gallische leider Vercingetorix, à la de stripverhalen van Astrix en Obelix. Toen de rust enigszins was teruggekeerd ontstonden Romeinse nederzettingen. Zo zijn rond Saint Pourçain een van de eerste wijngaarden van Frankrijk aangelegd. Kuurorden zoals Vichy, Neris les Bains en Bourbon l'Archambault zijn bekend geworden door hun Thermen.

Noyant d’Allier gaat groeien als in de 16e eeuw blijkt dat er lokaal makkelijk te winnen steenkool aanwezig is. Met name de boeren wonnen het zwarte goud via putten van 5 tot 6 meter diep. Door de grote hongersnood van 1693, als gevolg van de zgn. Kleine IJstijd, lijkt de ontwikkeling weer stil te vallen. Met name in het midden van Frankrijk overlijden veel mensen door honger (1,3 miljoen doden in Frankrijk) Maar door de industrialisatie in de periode daarna wordt in Noyant en omgeving toch serieus ingezet op het winnen van de steenkool.

ree

Eerst met de hand, vanaf de 19e eeuw met behulp van stoommachines. Zo kwam men bijna een halve kilometer diep. De verdere ontsluiting van het gebied werd mogelijk door de aanleg van de spoorlijn van Moulins naar Montluçon in 1859, met een station in Noyant. In 1972 werd deze lijn opgeheven. Het oude station is vanaf 2008 het vertrekpunt van de Velorail waarmee toeristen ongeveer 5 kilometer over de spoorlijn kunnen rijden.

Na de eerste wereldoorlog was er een groot tekort aan arbeiders. Daarom werden arbeiders geworven in Poolse gemeenschappen. Vaak met het idee in korte tijd fortuin te maken en dan weer terug te keren ruilden veel Polen de armoede voor een vast inkomen als mijnwerker. De zich snel ontwikkelende politieke situatie in Europa maakte de terugkeer echter zo goed als onmogelijk. In het dorp waren huisjes (des corons) gebouwd voor de arbeiders.

Volgens overleveringen maakte de Poolse gemeenschap van Noyant een zeer levendig dorp, dat zich op economisch en cultureel gebied duidelijk onderscheidde van de boerendorpen in de omgeving. Veel nakomelingen van de Polen verspreidden zich over heel Frankrijk. Maar nog wonen er mensen met Poolse achternamen in de buurt.

Noyant d’Allier stond in die tijd duidelijk op de kaart. Dat blijkt ook uit een bezoek van de keizer van Ethiopië destijds.

Aan dit alles kwam een einde in 1943. De mijn was niet meer winstgevend en sloot. De mijnwerkers verhuisden naar gebieden in de omgeving waar nog mijnen open waren. De corons kwamen leeg te staan. De dynamiek verdween, de middenstand sloot zijn deuren.

Enkele jaren later, maart 1945 valt Japan Indochina binnen. Het betekende het begin van het einde van Vietnam als Franse kolonie. Na 10 jaar strijd en een half miljoen doden vertrokken de Fransen. En met hen diegenen die voor de Fransen gevochten en gewerkt hadden.

En zo kwam het dat op 30 oktober 1955 vanuit Moulins een trein aankwam op perron 1 van het station Noyant d’Allier, precies tegenover de wachtkamer. Er werd een wagon afgekoppeld met 22 families. De meesten waren etnisch Aziatisch, een enkele Frans.

De bewoners van het dorp hadden ondertussen de corons, die al ruim 10 jaar leegstonden schoongemaakt en ingericht. Kolenkachels werden aangestoken, want het vroor dat het kraakte.

De omstandigheden waren armoedig, maar niet ongewoon voor de armere autochtonen in die tijd. Een leefkeuken met 2 slaapkamers voor 12 personen was in de corons eerder regel dan uitzondering. Er was geen warm water en het sanitair was collectief en zeer eenvoudig.

Het resultaat was dat er van de ene op de andere dag meer allochtone dan autochtone kinderen in de dorpsschool te vinden waren. In de loop der jaren zijn inwoners verhuisd naar steden waar werk te vinden was. De economische crisis van de jaren 70 en 80 leidde er toe dat veel gezinnen vertrokken om elders werk te vinden. Immers veel werkgelegenheid in Moulins en Montlucon verdween. Toch was in 1981 nog driekwart van de kinderen in Noyant van Vietnamese afkomst.

Maar de welvaart trok aan. Ook in het midden van Frankrijk, De mijnwerkershuisjes werden eigendom van de bewoners en werden gemoderniseerd. De multiculturele samenstelling van de bevolking (mensen uit Frankrijk, Polen, Oekraïne, Algerije en Azië) bleek eerder een voordeel dan een nadeel. De gemeente stelde grond beschikbaar voor de bouw van een heuse Pagode. In de periode 1983 – 1985 kwam deze gereed.

ree

Er kwam een mijnwerkersmuseum en een velorail op de oude spoorbaan. Er waren subsidies van de EU, de Regio en het departement beschikbaar die het mogelijk maakten om een Aziatisch Servicepunt voor de regio te realiseren. Daardoor vinden we er nu ook een prima Aziatisch restaurant (Le Petit Asie), een boutique/supermarktje en een cafetaria. In 2006 werd feestelijk gevierd dat 50 jaar daarvoor de trein op Perron 1 aankwam.


Zo leidde het dichte bos van Paardenstaartbomen miljoenen jaren later tot de komst van een Boeddhistische Pagode midden in het Franse boerenland. In Noyant d’Allier, een bezoekje waard.

 
 
 

Comments


bottom of page